In de rubriek Natuurmakers geven wij aandacht aan de mensen die vorm geven aan de natuur in de Moft. Van beleidsmaker tot vrijwilliger… Van bewoner tot boswachter…
Door: Jasper Jan de Konink
Ik was vandaag op bezoek bij de enthousiaste vrijwilligers die het terrein rondom het Nivon Natuurvriendenhuis de Bosbeek beheren. Ik ging in wandel-gesprek met Dick Bos en Harry Vos -what’s in a name- die samen de lijnen uitzetten voor het natuurgerichte beheer. Wat direct opvalt is dat ze tijdens de wandeling regelmatig het pad af schieten en met klein gereedschap dat ze altijd op zak hebben, klein ongerief herstellen. Zo ontspon zich het gesprek over dit gebied terwijl er als vanzelf allerlei klein onderhoud werd uitgevoerd.
Harry Vos komt van oorsprong uit de de tuinbouwsector en heeft in een ver verleden de opleiding in Frederiksoord gedaan. Maar hij houdt zich momenteel vooral bezig met de natuur en propageert het ‘leren praten met planten’. Daarmee doelend op het feit dat planten zelf laten zien wat ze kunnen en willen en dat je wel dingen kan verzinnen, maar dat je vooral moet zien hoe de planten reageren. Hij is al zeker 20 jaar actief bij de Bosbeek en heeft de eerste ideeën ontwikkeld voor de natuurontwikkeling op het terrein.
Harry vos
Planten laten zelf zien wat ze kunnen en willen
Dick Bos is van huis uit econoom en is actief geweest in het onderwijs. Hij is vanuit interesse in de natuurontwikkeling terecht gekomen. Sinds 5 jaar is hij actief bij de Bosbeek en probeert samen met Harry het beheer zo goed mogelijk vorm te geven. Dat doen ze samen met de andere enthousiaste vrijwilligers. De ambities zijn groot en er is altijd meer te doen dan ze aankunnen. Nieuwe vrijwilligers zijn dan ook zeer welkom! (aanmelden kan via mail bij Dick: terrein.bosbeek@nivon.nl)


Hoe zou je het terrein typeren? Is het een productiebos geweest?
Nee het is nooit een productiebos geweest. Voor het Nivon was hier een hotel gevestigd. Mensen uit de stad kwamen hier voor de gezonde lucht. Daar waren zelfs speciale draaibare huisjes voor gebouwd, verspreid door het bos. De fundamenten daarvan kun je nog steeds terugvinden. Ook de plek van het oude gebouw, dat is afgebrand, kun je nog herkennen. Het is een opener stuk en de bomen en struiken bevatten nog relicten van de oude erfbeplanting.
Het bos bevat veel Grove den, vaak oud en grillig gevormd, en daarmee heel anders dan wat je meestal zie in een productiebos. Daarnaast staan er veel Amerikaanse eiken die ooit zijn aangeplant en die het ons met hun zaailingen moeilijk maken voor inlandse boomsoorten. Een flink deel van het beheer is dan ook gericht op het terugdringen van de Amerikaanse eik. Daarmee wordt ruimte gemaakt voor inlands en gevarieerd bos. De Amerikaanse vogelkers tierde ook welig in het hele bos, maar die is meer dan 10 jaar geleden al systematisch verwijderd uit het bos. En die kan nu vrij eenvoudig in toom worden gehouden door jonge opslag te verwijderen.


Hoe ontwikkelen jullie het bos nu?
Op sommige plekken doen we vrij weinig, vooral daar waar de gasten en bezoekers intensief gebruik maken van het terrein. We hebben een aantal plekken geselecteerd om de natuur te ontwikkelen. Daarmee is het terrein eigenlijk een beetje gezoneerd geraakt.
De Amerikaanse eiken pakken we aan de door oudere exemplaren te ringen. En jonge opslag proberen we ook terug te dringen. Aangezien dit laatste veel en langjarig werk is, kunnen we dit niet overal doen. Op plekken waar we Amerikaanse eik weghalen en aan de randen van het bos proberen we variatie aan te brengen. Daarvoor gebruiken we inheemse bomen en struiken die passen bij deze plek. Denk daarbij aan een Gelderse roos, Zoete kers, Gewone vogelkers, Meidoorn, Taxus, Wintereik, Zomereik, Wilde roos, Gewone esdoorn, Lijsterbes, Kardinaalsmuts, Hazelaar, Linde, Haagbeuk en Sleedoorn. Het is niet zo goed te voorspellen wat waar aanslaat, dus dat laten we ook een beetje gebeuren.
Hoe komen jullie aan inlandse bomen en struiken?
Voor een deel kunnen we opslag gebruiken uit ons eigen bos. Dat halen we weg en kweken dat verder op in onze twee kleine bomenkwekerijtjes. Als ze dan groot genoeg zijn, planten we ze uit. Daarnaast krijgen we ook wel eens plantgoed aangeboden, bijvoorbeeld van Arboretum Oostereng of andere terreineigenaren. We streven daarbij wel naar zoveel mogelijk genetisch zuiver materiaal. Maar dat is wel lastig en niet altijd door ons vast te stellen.
Dick Bos (Interesse? Mail naar terrein.bosbeek@nivon.nl)
Onze ambities zijn groter dan onze mogelijkheden!
Dus nieuwe vrijwilligers zijn altijd welkom!
Zien jullie al resultaten van het beheer?
We zien toename van kritische soorten zoals dalkruid en ook de salomonszegel groeit hier op een paar plekken. Dat is toch wel een indicator dat de omstandigheden hier beter worden. Ook spontane opslag van Zoete kers en Gewone vogelkers is een goed teken. Leuke vogelsoorten zoals gekraagde roodstaart, bonte vliegenvanger en natuurlijk de merel, zwartkop, roodborst en anderen profiteren van het steeds gevarieerdere bos.
Voorwaarde voor deze ontwikkeling is dat je de juiste omstandigheden schept en daarnaast een portie geduld hebt. Maar dat hoort bij bosbeheer.
Ik zie ook een stukje heide liggen, wat doen jullie daar aan?
Daar halen we opslag van bramen en gras weg. Maar door stikstofdepositie is dat wel erg hardnekkig. We werken momenteel ook samen met een schapenhouder die 2 weken per jaar 5 schapen laat grazen. We zijn benieuwd wat daarvan het resultaat zal zijn. Ten behoeve van zandhagedis willen we nog wat zandplekken maken.
Hoe is jullie relatie met de buren, zijn die eigenlijk ook bezig met dit soort ontwikkelingen?
We grenzen aan diverse eigenaars waaronder Staatsbosbeheer en een aantal particulieren. Er zijn af en toe contacten en er wordt soms kennis uitgewisseld. Maar verder heeft ieder toch wel zijn eigen aanpak. Zo wordt er direct naast ons een voedselbos ontwikkeld en aan de andere kant is net een stuk grond gekocht door een particulier die daar aan natuurontwikkeling gaat doen. We hebben wel een keer met hem rondgelopen op zijn pasverworven terrein en hem aantal tips gegeven vanuit onze jarenlange ervaring.


Hoe zien jullie de toekomst van dit gebied?
Door klimaatverandering zal er veel gaan veranderen en de natuur zal zich moeten aanpassen. Maar door nu en goed en gevarieerd bos te ontwikkelen biedt je het bos de kans om zich mee te ontwikkelen met het klimaat. Als vanzelf zullen sommige soorten het dan minder gaan doen en anderen beter, maar dat zal de natuur dan min of meer zelf regelen.
Hiermee sloot ik het interview af. En ik moet vaststellen dat ik onder de indruk ben. In mijn ogen bevat hun aanpak veel aangrijpingspunten voor andere terreineigenaren. Vooral onder de indruk ben ik van het grote aantal soorten struiken en bomen die zich op het terrein ontwikkelen. Daarmee krijg je toch een heel andere indruk van de potentie van het Veluws bos voor de biodiversiteit. Ook al zal niet elke organisatie op deze fijnzinnige en kleinschalige manier kunnen werken. Maar hoe mooi zou het zijn als in de hele Moft dit soort bosgebieden ontwikkeld worden met prachtige inheemse soorten.
Ken jij een Natuurmaker die hier niet mag ontbreken? Laat het de redactie weten!